Afgelopen seizoen werden het publiek in de LutherseKerk te Den Haag omvergeblazen door Buxtehudes passiecyclus Membra Jesu Nostri. Dat kwam niet alleen door de indrukwekkende compositie zelf, 7 cantates over het lichaam van Christus, maar ook door de manier van uitvoeren. Zoals in Buxtehudes tijd gebruikelijk was, stelt Musica Poetica zich boven op het orgelbalkon op. Met het historische Bätz-orgel als continuo-instrument golven de klanken door de Lutherse Kerk.

Afgaande op de partituur zou je dit effect niet direct verwachten. De bezetting is namelijk relatief klein: twee violen en een basviool staan tegenover een ensemble van vijf zangers. In de zesde cantate, gewijd aan het hart van Jezus en daarom de meest intieme van allemaal, zwijgen de violen en neemt een consort van vijf viola da gamba’s hun plaats in. Musica Poetica laat het allemaal precies passen, van de muzikale dialoog tussen de twee balkons tot en met het klavecimbel van Jörn Boysen dat tussen hoofd- en rugwerk van het orgel staat. Het overweldigende succes roept om een Haagse Membra-traditie.

Musica Poetica en Spirit of Gambo o.l.v. Jörn Boysen